Begin jaren negentig begeleidde ik de Bulgaarse danslessen van Eddy Tijssen. Een van de dansen die ik toen voor hem speelde was deze Svornato horo, een langzame dans uit het Rodopengebergte.
Deze muziek heeft een wel hele speciale maatsoort: een zevenendertig delige! Eigenlijk is het een negendelige maat, maar de derde 9/16 maat in de strofe is geen 2223, maar een 2323 – er komt een zestiende noot bij. Twee vijfdelige pajduško-maten worden dat dan. Samen kan je dus één strofe tellen als 9 + 9 + 5+5 + 9 = 37.
De opname die ik heb gebruikt om uit te schrijven, en die ook bij volksdansend Nederland bekend is geworden omdat Jaap en Eddy deze hebben gebruikt in hun danslessen, is gespeeld door de accordeonist die het volksdansensemble ‘Râčenica’ uit Plovdiv begeleidde: Pejo Botušarov. Jaap Leegwater heeft deze opname gemaakt en wordt door Pejo gespeeld voor Dimitâr Dojčinov, de choreograaf van Ensemble Râčenica.
Het liedje Karaj majčo wordt vertolkt door Nadežda Hvojneva in dezelfde stijl en met dezelfde instrumentale strofes in deze versie (op YouTube). Deze versie wordt wel volledig in een negendelige maat gespeeld.
Er zijn ook partijen beschikbaar voor B♭ en E♭ instrumenten en genoteerd met de F-sleutel.